De beoogde invoering van een zero-emissiezone langs de kust van Den Haag in 2026 staat op losse schroeven. Voor de grootste coalitiepartij, D66, is dat jaartal niet langer heilig. De partij benadrukt dat onderzoeken moeten uitwijzen of de startdatum haalbaar is. Raadslid Yousef Assad verklaart: “Als blijkt dat er meer tijd en maatwerk nodig zijn, moeten we daarvoor openstaan.”
D66 onderstreept de cruciale rol van deze studies bij het beoordelen van de plannen voor de milieuzone langs de kust. Assad legt uit: “We verrichten haalbaarheidsonderzoeken om te evalueren of de omstandigheden gunstig zijn voor een volledige uitrol van de zero-emissiezone.” Hij voegt eraan toe dat de gemeente, conform het coalitieakkoord, zal reageren op de bevindingen van deze studies.
De uitbreiding van de zero-emissiezone heeft al geruime tijd geleid tot stevige discussies in de gemeenteraad. Het stadscentrum staat als eerste op de planning; daar wordt begin 2025 de zero-emissiezone van kracht. Een jaar later is de uitbreiding naar de kust gepland, van Kijkduin tot en met Scheveningen, zoals overeengekomen binnen de coalitie.
De snelheid van deze uitbreiding naar de kust roept vragen op. Assad verklaart dit uit de ernst van de situatie: “Als we significante verbeteringen willen zien, moet de invoering vanaf die datum plaatsvinden.” De luchtvervuiling in Den Haag is een belangrijke reden voor deze snelle actie. Assad wijst op onderzoek van de GGD waaruit blijkt dat het inademen van lucht in de stad gelijk staat aan het roken van vijf sigaretten per dag.
Naast het bevorderen van de luchtkwaliteit is de zero-emissiezone ook bedoeld om de kwetsbare duingebieden aan de kust te beschermen. Assad benadrukt echter dat er begrip moet zijn voor de zorgen en problemen van ondernemers, met name met betrekking tot logistieke uitdagingen. Hoewel de zone noodzakelijk is, erkent hij dat er ook ruimte moet zijn voor maatwerk en flexibiliteit om de overgang voor bedrijven te vergemakkelijken.
