Op 3 december 2021 verschenen 34 van de 50 Koerdische mannen die het OPCW-gebouw in Den Haag bestormden voor de Haagse rechtbank. De officier van justitie schetste de chaos en het geweld waarbij deuren werden geforceerd, kunstwerken vernield en personeel zichzelf urenlang opsloot.
De bestorming begon precies om twaalf uur, waarbij de mannen twee ladders tegen het hek plaatsten en het gebouw binnendrongen. De enige beveiliger werd uitgeschakeld, de receptioniste kon de draaideur niet gesloten houden, en de indringers bereikten de eerste verdieping waar ze leuzen schreeuwden, spandoeken ontrolden en vernielingen aanrichtten.
De verdachten wilden aandacht voor het vermeende gebruik van chemische wapens door het Turkse leger tegen Koerden in Noord-Irak in 2021, waarbij ze vonden dat de OPCW te weinig onderzoek deed. De gezamenlijke advocaat betoogde dat het een wettige en vreedzame demonstratie was, en de verdachten wilden de stem van de Koerden laten horen.
De officier van justitie verwierp het argument van vreedzame intenties en wees op de speciale voorbereiding van de groep. Na de bestorming werden klauwhamers, een stalen ketting en een mes gevonden. Hij noemde de mannen ‘politieke hooligans’ en benadrukte de schending van de internationale rechtsorde.
Het Openbaar Ministerie eiste celstraffen van vijf tot acht maanden, waarbij de rechtbank uiteindelijk 20 verdachten vrijsprak wegens onduidelijke bewakingsbeelden. Tien verdachten kregen een celstraf van drie maanden, terwijl vier anderen vier maanden de cel in moeten voor geweld tegen de beveiliger en politiemensen.